Bijbelresten

In het jaar 2001 werd een bijbel uit 1868 door Roswitha Witten ter beoordeling gebracht naar een boekrestaurator te weten Christel Harms te Amsterdam. Zij, plus een antiquair, plus een tweede restaurator bevonden het BOEK in zo’n verwaarloosde toestand dat restauratie/reparatie minstens duizend gulden zou gaan kosten.
Daar het BOEK misschien een emotionele doch geenszins een antiquarische waarde had besloot de eigenaar geen restauratie te laten plaatsvinden en het boek op te ruimen.

Vanwege deze emotionele waarde en het respect voor onze voorgangers papiermakers en boekbinders, besloten Christel Harms en Roswitha Witten om enkele onderdelen uit het vervallen boek te nemen en deze in een passende verpakking aan de eigenaar te geven, teneinde een en ander niet geheel verloren te laten gaan.

De verpakking, een zogenaamde boekdoos, is bekleed met papier dat uit het BOEK is gekomen en hierin bevindt zich een mapje dat is samengesteld uit de resten en dat mapje bevat:

a  Een stukje stof dat ter versteviging  in de rug van het BOEK was verwerkt.

d  De opdracht

e  Een stuk schutbladpapier waarin watermerk

f  Een halve bedrukte bladzijde

q  Een stukje van het (verzuurde) vloeipapier waarmee de platen in het boek beschermd werden.

r  Een aantal losse briefjes, waaronder bidprentjes, die in het boek lagen.

Amsterdam op 12 juni 2001.

Roswitha Witten
Boekkunstenaar en papiermaker

&

Christel Harms
Boekkunstenaar & boekrestaurator